Toelichting maaibeheer en slootonderhoud Rijnland
Misschien heeft u het wel eens gezien: een bloeiende berm die gemaaid wordt. Maar hoe zit dit precies en is dit wel de bedoeling? Hoogheemraadschap van Rijnland legt het uit.
Onderhoud primaire watergangen
In de primaire watergangen waar het Hoogheemraadschap van Rijnland onderhoudsplichtig is, wordt gebruik gemaakt van een ecologisch werkprotocol. In dit protocol staan verschillende onderhoudstypen beschreven. Hier staat in hoe vaak er moet worden geschoond, wanneer er moet worden geschoond en in welk gedeelte van de watergang dit moet gebeuren. Naast het schonen staat er ook beschreven hoeveel procent van de vegetatie er mag blijven staan, gebaseerd op de breedte en diepte van de watergang. Idealiter maaien het Hoogheemraadschap slechts één keer per jaar in september of oktober, maar soms is frequenter onderhoud vereist. Incidenteel onderhoudt Rijnland naast het natte profiel ook de taluds.
Onderhoud overig water
Er zijn ook veel watergangen waar niet Rijnland, maar de kadastraal eigenaar verantwoordelijk is voor het onderhoud van de watergang. Kijk voor de actuele informatie hierover op de nu geldende legger: Legger oppervlaktewateren - Hoogheemraadschap van Rijnland. Deze verantwoordelijkheid loopt van de insteek van het talud tot en met het natte profiel. Maar ook in sommige van deze sloten geldt dat de vegetatie bij voldoende ruimte mag blijven staan. Kijk hier voor de regels en richtlijnen: Hoe doe je zelf onderhoud aan het water? - Hoogheemraadschap van Rijnland.
Onderhoud dijken en bermen
Hoewel Rijnland zo’n 1250 km dijk beheert, is slechts een klein gedeelte eigen bezit. Het overgrote deel is in bezit van derden. Op de dijken die in Rijnlands bezit zijn en ook zelf worden gemaaid, wordt gestreefd naar een hoge bloemrijkheid. Gefaseerd maaien is hierbij een goede maatregel. Niet alles wordt in een keer gemaaid; er blijft altijd iets staan. Daarnaast wordt rekening gehouden met het tijdstip van het maaien. Zo is het doorgaans de regel dat dit niet vóór half juni wordt gedaan. Een tweede maaibeurt kan op die manier zo laat mogelijk plaatsvinden. Half oktober is dan een prima tijd. Het Hoogheemraadschap geeft hierbij altijd de opdracht om te maaien, niet om te klepelen. Op deze manier wordt begroeiing en dierlijk leven niet stukgeslagen. Ook zorgt een hogere afstelling van de maaier ervoor dat de kern van de planten beter kan uitlopen na het onderhoud. Incidenteel vallen sommige bermen ook onder ons eigendom. Hiervoor gelden dan dezelfde protocollen.
Gepubliceerd op