Nog geen meewind voor kleine windmolens

Uitkomst is voor de meeste bedrijven een molen met een ashoogte van 25 meter. In de periode van onderzoek is door zowel gemeente Bodegraven/Reeuwijk als Alphen aan den Rijn beleid vastgesteld dat plaatsing mogelijk moet maken. In een afrondende bespreking, waarbij gemeente Alphen aan den Rijn vertegenwoordigd was, werd vastgesteld dat het nu geldende beleid niet goed aansluit bij de gewenste hoogte van de molen. Deze hoogte is nodig om de windmolen rendabel te kunnen exploiteren. Het beleid van gemeenten sluit nu aan bij het door provincie Zuid-Holland toegestaan beleid in het buitengebied, te weten een molen met een ashoogte van 15 meter, wat in de praktijk een tiphoogte van 23-25 meter betekent. De tiphoogte is het hoogste punt van de wieken.

Voor plaatsing van een kleine windmolen is een vergunning van gemeente vereist, met voorschriften op gebied van onder meer de locatie ten opzichte van het bouwblok en hoogte van gebouwen en het organiseren van inspraak met omwonenden. In bepaalde situaties is, met een goede onderbouwing, plaatsing ook buiten het bouwblok mogelijk.

Enkele ondernemers overwegen het plaatsen van accu’s voor tijdelijk opslag van energie, opgewekt uit zonnestroom. Hiervoor is geen vergunning vereist. Wel is de verzekerbaarheid hier een serieus punt.

Afgesproken is dat de wens naar iets hogere windmolens wordt besproken met de provincie, die zelf ook bezig is om op dit punt verder te gaan dan de huidige toegestane 15 meter in het buitengebied. Daarbij wordt betrokken dat de provincie in andere Greenports windmolens tot 45 meter toestaat. Vanwege de impact op de omgeving is het overigens de vraag of in het buitengebied van regio Boskoop deze hoogte gewenst is en of hiervoor draagvlak is