Graag reageer ik op de vraag van één van u. Namelijk hoe aan te kijken tegen de toenemende interesse voor inheems, zelf autochtoon, plantmateriaal. Want eerlijk is eerlijk, veel van de omzet uit de regio komt dankzij prachtige en of geurende exoten. We moeten er niet aan denken dat dit omzetdeel weg zou vallen. Ondanks dat we ons realiseren dat met al dat gesjouw over de hele wereld, we ook de nodige risico’s lopen (zoals o.a. met Q-organismen).
Andersom is de toenemende interesse voor inheems groen wel te begrijpen. En misschien moeten we er juist wel blij om zijn. Want die vraag ontstaat vooral uit het segment bewuste consumenten. En hoe meer consumenten zich bewust worden van de waarde van groen, des te beter het voor regio Boskoop is. Als ras-opportunist (welke ondernemer is dat niet) is het dan ook zaak om hier de kansen in te zoeken én te vinden.
Hoe? Om te beginnen door je er zelf in te verdiepen. Het is te gemakkelijk om inheems groen als saai en oninteressant (lees: onverkoopbaar) af te schrijven. Neem nou een wilgenkatje: de gemiddelde Nederlander heeft en – denk ik – onbewust al miljoenen gezien. Maar wie heeft ooit een wilgenkatje goed bekeken? En zich verwonderd over de ongelooflijke schoonheid ervan? Om nog maar te zwijgen van het nut voor de biodiversiteit van deze vroege bloeier. En dat niet alleen voor de honingbij; in statistieken scoort de wilg zeer hoog qua gastheer voor allerlei insecten en ander leven.
Als we als regio Boskoop in staat zijn om onze waarde niet alleen in kleuren en geuren te vermarkten, maar ook onze waarde als bakermat voor Hollands groen, landschap en biodiversiteit, dan zie ik daar wel een (extra) boterham in. U ook?
Hartelijke groet, Teun (t.biemond@greenportboskoop.nl)
Greenport Boskoop: uitermate mooie en relevante producten met grote toegevoegde waarde voor maatschappij, klimaat en milieu.
PS. Het liefst schrijf ik een volgende keer iets als reactie op wat u aandraagt. Alvast dank!
Gepubliceerd op