Boomkwekerijmuseum presenteert toekomstplan

Het museum zit 15 februari vol met genodigden. Zij horen hoe Michiel Gerritsen vertelt over 50 jaar Boomkwekerijmuseum, van 30 januari 1974 tot heden. “Wij hebben 4500 museale voorwerpen, 85 vrijwilligers, 100 sponsoren, 300 Vrienden, 5000 bezoekers op jaarbasis, waarvan 600 kinderen”, vertelt Gerritsen. Om meteen daaraan toe te voegen dat het de ambitie is om zo’n beetje alles te verdubbelen. Dat is mogelijk omdat het museum deel uit gaat maken van Tuinen van Boskoop en daardoor kan uitbreiden. Tuinen van Boskoop wordt een recreatief toeristisch park met thematuinen, varen, wandelen, horeca, workshops, bijen, kunst en meer. 

Het heeft geleid tot veel inspiratie, zo blijkt uit de presentaties van voorzitter Gerritsen en van museum-projectleider Arie Cees de Jong. Zo wil het museum in de toekomst veel meer inzetten op kinderen en jongeren. Er komt een kidsclub en een buitenleslokaal. Maar ook zullen oude ambachten herleven door interactieve workshops. “Wij willen het bezoekersaantal verdubbelen naar 10.000 per jaar, doelgroepen verbreden en het aantal vrijwilligers uitbreiden”, zo klinkt het. Arie Cees de Jong vertelt over een educatief centrum wat zal herrijzen, met workshops, cursussen, groen onderwijs en kinderactiviteiten. Ook wordt het museum trouwlocatie. Bij het educatief centrum komt een museumplein, met klimaatbestendige planten en bomen. 

De museumcollectie uitbreiden en professioneel opslaan, is ook een wens. Daarom wordt een bestaande kwekerskoelcel omgebouwd tot depot met klimaatbeheersing, zodat de museumstukken zorgvuldig bewaard kunnen worden. Dit jaar wordt gestart met de bouw van het educatief centrum. Bedoeling is dat volgend jaar het museumplein kan worden aangelegd. Al is de financiering nog wel een ding. Gerritsen: “We hebben becijferd dat we 1,7 miljoen nodig hebben. Dat is een uitdaging.” De Jong: “We zoeken maatschappelijke investeerders die mee willen financieren, grotere sponsoren die vanaf 500 euro willen participeren. Als crowdfunding hebben we de Boskopjesactie gelanceerd, daarbij kunnen inwoners voor 50 euro een steentje voor het plein sponsoren. Alle info staat vermeld op onze website.” In 2004 kreeg het Boomkwekerijmuseum de status van nationaal museum. Dat is best uniek, vindt Gerritsen. Hij vertelt dat het museum altijd zwarte, nooit rode, cijfers heeft gedraaid. “Onze financiën zijn altijd op orde, mede dankzij de inzet van onze vrijwilligers. Die uren zijn niet in geld uit te drukken.” 

Wethouder Anouk Noordermeer, zowel wethouder van cultuur als van Greenport Boskoop met de boomkwekerij, noemt het museum ‘een must voor iedere inwoner’. “Boskoop heeft internationale naam en faam. Nu zijn er grote ambities, er ligt een prachtig plan. Het sluit ook aan bij wat wij als gemeente graag willen, dus wij pakken dit samen met het museum op. Het is belangrijk om het verleden door te geven en tegelijk in te spelen op de toekomst.” Noordermeer vertelt hoe zij met haar gezin op Werelderfgoed-dag langskwam. “De kinderen waren mee, want ik dacht: dan leren die ook wat. Nou, twee waren achtergebleven, de een zat te enten en de ander zat in de schouw. Ze vonden het fantastisch.”

Wat betreft de financiële opgave, reageert de wethouder met een knipoog: “In Boskoop noemen ze dat geen probleem, maar een uitdaging. En er komt altijd een oplossing.”

Bron: Rodi Alphen, publicatie 21 februari in Gouwe Koerier en Nieuwsblad Alphen.